Verschaeve kalender 9 / 1976 / [...]
Albert Poels (bas-reliëf); Nestor Gerard (foto’s)
s.l., 1976
Ingelmunster: Cyriel Verschaeve-stichting VZW, 1976
Kalender; 12 x 30,5 cm; kleur
Kalender met kleuren- en zwart-wit-afdrukken van foto’s van Cyriel Verschaeve, August Borms, Henrica Longeval en Wies Moensen prenten en als teksten per maand;
januari / “Liefde vraagt alles of ze is geen liefde; liefde geeft alles, of ze is geen liefde, en dit te doen door heel den duur des levens heet trouwe. Trouwe kent maar één eindpaal: ‘totterdood’. Daarom wordt de dood der trouwe troon.”
februari / ‘De waarheid kost altijd het meest aan haar vinders’
maart / “Wat we niet beminnen, kan ons kruis niet worden: slechts liefde wordt ons kruis.”
april / “Droomt al was ‘t maar om de ere van te dromen. Trouw aan den droom is ere van geest en hart. Zonder die trouwe zou uw ouderdom uw jeugd noch voortzetten, noch bekronen. Trouwe is kroon.”
mei / “Men mag bij de bloemen van den weg zich vermeien, doch langs een weg is ‘t schoonste: zijn weg te gaan tot aan ‘t einde.”
juni / “Sterke naturen hebben steeds sterk bloed, dat krachtig is om bevelen te ontvangen en bevelen te geven; ‘t ontvangt ze in ‘t bloed en geeft ze aan ‘t bloed, ‘t schept strijders en helden en de helden zijn de schakels van de wereld.”
juli / ‘t Simpele is de rechte lijn en de klare plicht
augustus / “Noemt niet vreemden hen, die van ‘t zelfde bloed zijn. Roept ze terug tot het besef van hun bloed door de galm van uw naam, waar glorie en waar eeuwen in klinken. ‘Vlaming’ is een groots geluid.”
september / Zonder een klaar hart nooit geen klaar hoofd.
(bestelblad voor de Verschaeve kalender van 1977)
oktober / Een Brabantse roos voor de zachte poëet die het bitter brood van de ballingschap eet. Maar wie zijn verzen luisterend leest zegt: hij is nooit van hier wèg geweest, zijn bord op tafel, zijn pijp in het rek en de diepe stoel op de eigen plek.
november / “Slechts als het leven vol daad was, is de dood vol rust.”
december / “Men ontleedt zijn liefde niet, men omschrijft ze niet, ze zegt ‘alles’ vanzelfsprekend, en vanzelfsprekend wil ze ook alles er voor offeren, al voelde ze ook den oneindigen rijkdom van ‘t eigen leven, toch had ze ‘t veil.”